Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Achab zeide: Door wie? En hij zeide: Zo zegt de HEERE: [19]Door de jongens van de oversten der landschappen. En hij zeide: Wie zal den strijd [20]aanbinden? En hij zeide: Gij. 19. Versta door dezen de dienaars en pages van de oversten der provincien en stammen, of de jonge edelieden, zonen van de heren des lands, die bij den koning woonden en in de wapenen geoefend werden. 20. Dat is, zoals enigen overzetten, in orde stellen, of, gelijk anderen, wie zal den strijd beginnen; te weten, wij Israelieten; of zullen wij de Syriers verwachten, dat zij ons aanvallen? Dezelfde manier van spreken is ook 2 Kron.13:3.